Zeilen is een door buitenstaanders onderschatte sport qua fysieke belasting. Zet iemand die nooit zeilt op een hangbank en hij/zij heeft binnen 10 seconden zere benen. Zeilers zijn bikkels!. “Wie zeilen kan, zeilt bij elke wind”.
Hierboven zie je 2 zeilers aan de wind varen. Links de zeiler die op “hoogte” vaart en rechts de zeilster die op “power” vaart.
Wat zijn de overeenkomsten?
- Boot van beide zeilers is volledig vlak en er zijn geen kolken achter de boot of bij het roer
- Beide varen met hun bovenbenen volledig horizontaal om de beste hefboom te creëren
- Beide hebben hun knieën en voeten bij elkaar
- Beide hebben hun knieën in een hoek van groter dan 90 graden
Wat zijn de verschillen?
Zeiler links in beeld:
- vaart hoger aan de wind, giek net binnen de hoek van de spiegel en daardoor iets meer spanning op zijn achterlijk. Zeil staat relatief dicht, maar heeft nog wel goede stroming;
- heeft zijn stuurhand ietsje vrij van zijn been, zodat hij nauwkeurig kan sturen;
- hij hoeft minder te hangen omdat hij groter/zwaarder is, zit rechtop met lichaam in volledige vormspanning, met zijn romp buiten zijn heup.
Zeilster rechts in beeld:
- vaart op snelheid, giek boven de hoek van de spiegel. Zeil levert maximaal druk;
- heeft haar stuurhand op haar been, zodat ze maximaal kan hangen en haar roer goed stil kan houden;
- zij moet harder hangen omdat ze kleiner/lichter is, strekt haar romp door haar onderrug te strekken, haar heupen naar achteren te kantelen en de rest van haar rug goed door te strekken.
Bij het aan de wind varen zijn een aantal zaken van belang
- Vaar je boot volledig plat.
Dat bereik je door balans te vinden in de zeildruk die je boot snelheid naar voren geeft, maar ook je boot schuin duwt. Door op de juiste manier te hangen kun je de boothelling compenseren. Hoe meer zeildruk je in relatie tot je postuur/gewicht kunt handelen, hoe harder je gaat. - Stuur zo weinig mogelijk met je roer. Je kunt op 3 manieren sturen:
• met je schoot. Let op: aan de wind snel lossen, rustig aantrekken om balans te handhaven.
• met je gewicht. Helling naar lij loefgierig, helling naar loef lijgierig.
• met je roer. Maar roer remt als het door het water beweegt. Pas dit toe in deze volgorde. - Laat je boot glijden over het water. Een glijdende boot gaat hard. Er is geen energieverlies. Als je boot (af en toe) stuitert op de golven, dan kun je de volgende dingen corrigeren om hem weer aan het glijden te krijgen:
• gewicht meer naar voren in je boot;
• bij vlagen of hoge golf harder hangen door naar buiten te strekken en je schouder iets naar voren te bewegen. Je wilt je boeg in het water houden. Eventueel even met je schoot schakelen, maar wel op power blijven varen. Probeer dit op te lossen door goede coördinatie tussen schoten en hangen en je roer niet te gebruiken;
• uitzondering is varen op lange golven, dan kun je ook sturen omdat je dan een merkbare schijnbare windshift hebt; - Zeiltrim aanpassen.
Krijg je het technisch niet opgelost, dan moet je je zeiltrim aanpassen. Meestal accelereert je boot niet goed bij wind verschillen. Dit kun je als volgt oplossen:
• pinstop opdraaien, dus minder spanning op voorlijk onder de powergrens, dus je kunt niet maximaal hangen. Pinstop afdraaien dus meer spanning op je voorlijk boven de powergrens;
• onderlijk iets aantrekken bij minder wind of boven de powergrens, omdat je niet kunt schakelen in hoogte en snelheid;
• check de stand van de neerhouder. Als je giek boven de hoek van de spiegel staat, mag de neerhouder geen slack hebben;
• je mast verder achterover zetten, zodat je niet eerst veel achterlijkspanning trekt als je je schoot aantrekt. Je wilt de spanning in je achterlijk pas toe laten nemen met je schoot als je giek binnen de hoek van de spiegel staat;
• controleer of je marllijntjes aan de hoeken van je zeil strak genoeg staan. Zeil moet precies tegen je mast of giek aan staan.
Wat moet je doen als je (boven)benen moe worden?
- In de vlagen toch maximaal hangen!
- Vindt een goed steady state houding door je knieën meer binnen de boot te schuiven, maar wel spanning op je bovenbeen houden, zodat dit parallel aan het wateroppervlak blijft!
- Blijf met vormspanning zeilen!
- Concentreer op goed schoten. Je kunt je boot alleen recht houden door je schoot te vieren en weer een beetje aan te trekken. Daarbij moet je je roer stil houden!
- Als dit niet helpt je zeil in de top openen door je sprietval iets te lossen!
Wat te doen bij knieklachten?
Controleer of je tijdens het hangen je enkels en knieën tegen elkaar hebt. Controleer ook de hoek in je knieën. Die moet groter zijn dan 90 graden. Als je je knie door de 90 graden buigt, krijg je veel druk op je knieschijf en dat kan “groeipijn” geven. In een aantal gevallen kun je tijdens de groei overbelasting op de aanhechtingspees op je scheenbeen krijgen. Dan moet je in overleg met een fysio je spieren meer gedoseerd trainen, zodat dit weer overgaat. Wat moet je niet doen! Niet je vormspanning op je romp laten verslappen als je rechtop gaat zitten. Dit zorgt ervoor dat je romp van je lichaam op golven naar voor en achter gaat wiegen en je boot daardoor op de golven gaat stuiteren. Dan ga je langzaam. Niet schuin naar achteren gaan hangen in een vlaag aan de wind. Opmerking: dat kan wel als je sterk bent en naar power wilt schakelen. Echter slechts 4 of 5 Nederlandse zeilers, zijn hiervoor sterk genoeg. Dus in een vlaag je rompstrekken, heup uitkantelen dwars op je boot en eventueel je boven lichaam een beetje naar voren bewegen t.o.v. je boot.
Hogeschool technieken
Als je heel koersvast bent – dus je trim is optimaal en fysiek kun je de omstandigheden volledig de baas – kun je op vlakke stukken je boot een klein beetje – maximaal 5 graden – over loef varen op vlak water. Op golven is goed schakelen met schoot en gewicht veel belangrijker.
Heb je nog vragen? Mail naar: hoofdcoach@optimist.nl